Nieuwsbericht

Praktische gids voor optimaliseren van oogzorg (voor mensen met leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD))

Profielfoto van Anne-Margot Pot
16 mei 2025 | 1 minuut lezen

Klik hier om naar de gids te gaan.

Handvatten voor iedereen die aan de slag wil met het verbeteren van de oogzorg: In deze gids, die vandaag 16 mei 2025 is gepubliceerd, blikt Zorginstituut Nederland terug op de implementatiefase van het Verbetertraject voor mensen met LMD waar alle relevante (zorg)partijen de afgelopen jaren een belangrijke bijdrage aan hebben geleverd. Hierin worden gedeeld: de gemaakte afspraken, de uitgevoerde verbeteractiviteiten, ervaringen en mogelijke vervolgstappen. Daarmee biedt de gids niet alleen een terugblik, maar ook handvatten voor iedereen die zelf aan de slag wil met het verder verbeteren van de zorg voor mensen met LMD. Dit is het eerste deel van de evaluatie. Deel 2 volgt naar verwachting in 2027. Daarin worden, o.a. met behulp van declaratiedata, de effecten op het zorggebruik geëvalueerd.

Impact voor mensen met LMD: Continue verbetering zorgt voor passende zorg en een betere kwaliteit van leven. Bij LMD gaat iemands zicht achteruit. LMD wordt jaarlijks vastgesteld bij 14.000 Nederlanders vanaf 55 jaar. Dit aantal stijgt door de toenemende vergrijzing. Door implementatie van leefstijladviezen, snellere verwijzing en betere begeleiding bij behandeling en revalidatie valt veel winst te behalen voor de patiënt en de maatschappij. Als mensen met LMD minder gezichtsbeperkingen hebben, blijven ze langer zelfredzaam en behouden een goede kwaliteit van leven. Partijen kunnen de verbetermogelijkheden in de toekomst verder vervolg geven met behulp van de aanbevelingen die in deze gids worden vermeld. Dit draagt bij aan passende zorg voor mensen met LMD.

Lessen, resultaten en kansen voor de toekomst: De implementatiefase van het verbetertraject heeft bijna drie jaar geduurd en leidde tot waardevolle stappen richting passende zorg. Belangrijke mijlpalen zijn de herziening van richtlijnen, de verbetering van patiënteninformatie en de ontwikkeling van verwijscriteria die de basis vormen van de zorg voor mensen met LMD. Ook de uitwerking van uitkomstindicatoren biedt perspectief en zicht op doelmatiger inzet van kostbare medicatie. Daarnaast is expliciete aandacht gekomen voor kwaliteit van leven en preventie. Dit biedt mensen met LMD, of een verhoogd risico daarop, de mogelijkheid zelf een actievere rol te spelen in het verloop van hun aandoening. Ondanks grote inzet van de betrokken partijen konden niet alle verbeterafspraken volledig worden gerealiseerd. Denk daarbij aan verbeteractiviteiten die gericht zijn op organisatie van zorg, taakherschikking en activiteiten die gericht zijn op individuele zorgaanbieders of EPD-leveranciers en waar vaak financiële gevolgen aan verbonden zijn. Toch leveren de opgedane inzichten waardevolle aanknopingspunten voor verdere verbetering van deze zorg.